Iedereen die op Twitter zit, kent wel de afkortingen en codes. Of je leert ze kennen als je een tijdje bezig bent. Maar als je net begint of wil starten, dan is het handig om een kort overzicht te hebben van Twitter afkortingen.
Niet iedereen is bekend met de gebruikte codes. Onlangs hoorde ik nog de kreet “ik wil ook leren twitteren”. Dus als je net begint, hoef je je nog nergens voor te schamen. Er zijn voldoende personen die het Twittergevoel nog niet onder de knie hebben.
Allereerst begin je natuurlijk met het kiezen van je “username” of ook wel “Twitter handle” genoemd. Met die naam staat of valt alles mee. In het begin was deze niet aan te passen, maar gedurende het laatste jaar heeft Twitter deze mogelijkheid opengezet. Handig vooral als die naam niet meer matched met je persoon of bedrijf.
Basisbegrippen
Tweet = een bericht dat je plaatst.
Tweep = een Twitteraar.
AVA = avatar, je foto van je twitterbio.
BIO = je persoonlijke informatie die je in je profiel hebt ingevuld.
Follower = de andere Twitteraars die jou volgen.
Following = de tweeps die jij zelf volgt.
Favorieten = soms kom je interessante tweets tegen. Deze kun je opslaan als favoriet zodat je ze gemakkelijk kunt terugvinden.
Hashtag # = Het teken # (hashtag) plus een woord of woorden wordt binnen Twitter gebruikt als zoekfunctie. Hierdoor kun je tweets vinden waarin dit voorkomt en zie je wie nog meer over het onderwerp tweets verstuurt. Een veelgebruikte hashtag is #dtv (durftevragen) of #tvoh (the voice of Holland).
List = Twitter biedt je de mogelijkheid lijsten aan te maken voor de twitteraars waarvan jij de tweets niet wil missen. Lijsten kunnen openbaar of prive zijn.
TL = timeline. De realtime tweets die verstuurd worden door je volgers en jezelf.
TT = trending topic. Veel gebruikte woorden kunnen in een bepaald tijdsbestek populair worden en krijgen van de titel trending topic.
Toegepaste afkortingen in tweets
@mention (reply) = het direct aanschrijven van of reageren op een andere gebruiker door @ voor de gebruikersnaam te schrijven.
DM = direct message. Het versturen van een privé bericht naar een van je volgers. Let wel: je volger moet je wel terugvolgen, anders kan dit niet.
FB = follow back. Hiermee geef je aan dat je iemand terugvolgt. Sommigen gebruiken FB om aan te geven dat het om Facebook gaat, zoals LI staat voor LinkedIn.
FF = follow friday. Op vrijdag delen we met de code FF complimentjes uit aan andere tweeps. Hiermee bedank je ze en laat je je volgers weten dat het interessante tweeps zijn. Sommige zetten in meerdere tweeps in een bericht. Zelf gebruik ik FF om de tweep in het zonnetje te zetten en mee te geven waarom ik dat doe.
IMHO = in my humble opinion. Je geeft je bescheiden mening weer.
LOL = laughing out loud. Een bericht met deze term geeft aan dat het erg leuk is wat er staat of de link die erin staat.
MT = modified tweet. Soms voeg je iets toe aan een eerder bericht of pas je dit aan, door dit toe te voegen, maak je dit kenbaar. Je kunt dan ook de tweet citeren (tussen aanhalingstekens plaatsen).
OH = overheard. Aangeven dat je iets gehoord hebt, maar dat het ook een gerucht of roddel kan zijn.
PRT = please retweet. Het vriendelijk vragen aan je volgers om een bericht te retweeten.
ROFLOL = rolling on the floor, laughing out loud. Supergrappig bericht of link
RT = retweet. Het opnieuw versturen van een tweet van een ander naar jouw volgers. Met een “Retweet” geef je aan dat je een bericht goed vond. Of je speelt hiermee een vraag door naar je volgers, waarvan zij misschien het antwoord weten.
Twexit = een term om aan te kondigen dat je voor die dag of avond met Twitter stopt.
VT = vorige tweet. Een verwijzing naar de vorige tweet die je verstuurd hebt.
WTF = what the f*ck.
YW = you’re welcome. Een bedankterm.